Indrukwekkende mail van een moeder

Indrukwekkende mail van een moeder

LINDA.foundation probeert het leven van gezinnen die in armoede leven, wat makkelijker te maken. Deze moeder schreef ons een indrukwekkende en ontroerende mail nadat zij een pakket van LINDA.foundation had ontvangen.
Daar ga ik dan, na zoveel jaar te hebben geprobeerd. Ik heb alles uit de kast getrokken, alle hulp aangepakt die ik maar kon bedenken, maar het was niet voldoende om de oorlog uit het hoofd van mijn partner te krijgen.
Veel mensen gaan in deze tijden uit elkaar. Ze zijn elkaar niet meer eeuwig trouw, raken op elkaar uitgekeken of het gaat financieel moeizaam: om welke reden dan ook. Welke reden kan ik mij bedenken om weg te gaan bij hem?
Er is geen ontrouw. Ja, de centjes zijn wel iedere maand foetsie en er komen steeds meer deurwaarders, maar verder… Ik hoef niets te verzinnen. Ik zie mijn kinderen steeds meer veranderen en zelf verander ik ook in een angstig konijn. Doorslapen, wat is dat? Ik heb hem zo lang gesust als hij het weer eens uitgilde in bed, en toen hij steeds feller werd, zijn we apart gaan slapen.
Ontspannen of op vakantie? Het is er niet meer bij. Behalve dat er geld verdwijnt en we het samen niet zo breed hebben, is er ook geen ontspanning meer. Iedere dag vraag ik me af hoe hij de dag doorkomt, of hij de hulp accepteert, of hij kalm kan blijven voor de kinderen.
En dan komt ineens die dag, dat je dochter een week met een vriendinnetje mag gaan kamperen en zachtjes en met tranen over haar wangen zegt: mama, ik ben zo blij dat ik even weg kan, even geen stress… Ik slik en besef me zo, ze is pas tien. De oudste zondert zich dagelijks meer af, het is al moeilijk voor hem met Asperger, maar ook hij is het zo moe. Als m’n meisje weggaat vraagt mijn jongste zoon of we ook even weg kunnen en als de middag ten einde komt, vraagt hij: mam… kunnen we gewoon nog even weg blijven, en niet naar huis?
In plaats van naar huis rijden, rijd ik naar een vriendin en stort voor de eerste keer sinds lange tijd m’n ellende uit. De kinderen en ik mogen tijdelijk wel in haar omgebouwde iniemienie huisje in de garage wonen. Ik heb het met beide handen aangepakt en zo, ineens, was er een nieuw hoofdstuk in ons verhaal.
Vier maanden later krijgen we met dank aan maatschappelijke hulp en de huisarts een huis toegewezen en daar starten we weer opnieuw op. Op dat moment denk je dat alles beter zal worden en dat je de wereld weer aankan, maar dat is op dat moment slechts een illusie die je jezelf voorhoudt omdat je nog steeds in je overlevingsmodus zit. Je zegt tegen de maatschappelijke hulp dat je het wel redt, je komt er wel.
Dan ineens komt er een aanmaning en, nog een. Een deurwaarder, en weer een en nog een. Op de middag boodschappen halen met mijn dochter en gevolgd worden door de politie en zelfs als ik inparkeer, blijven ze staan. Je vraagt je echt op dat moment af wat er in vredesnaam allemaal aan de hand is. Na een gesprek met twee agenten thuis begrijp ik waarom die deurwaarders langskomen. De man, de soldaat die ik verliet, kon het al veel langer financieel niet meer overzien en zijn er steeds meer geldzorgen ontstaan.
Met deurwaarders maak ik afspraken en wat ik kan betalen, betaal ik. Ik stond en ik sta tot op de dag van vandaag achter mijn/zijn/onze schulden. Je maakt ze, je krijgt ze, het maakt niet uit hoe, maar je probeert ze te allen tijden op te lossen. Financieel wordt het nog krapper als mijn oudste, maar toch nog zo jonge zoon, een mbo-opleiding gaat volgen in de stad Groningen en hij geen ov krijgt om te kunnen reizen. Hij wil stoppen met school, mama het kost zoveel, maar deze mama is blij dat haar kind kan leren en hij gáát dus ook leren. Hij doet het goed en ik ben zo trots op hem. Dan maar krapper.
Van de gemeente krijg ik te horen dat ik ondertussen recht heb op een wekelijks voedselbankpakket en bij aanvraag blijkt dit ook inderdaad zo te zijn. Het voelt voor mij als een geschenk, een klein beetje ademruimte.
Acht maanden later word ik op mijn werk ziek. Ik probeer het nog een poosje vol te houden maar de spanningen in mijn baan in de zorg lopen hoog op. Ik krijg een nieuwe baas en ik zie en voel dat dit niet een baas is als m’n vorige. Het lijkt wel of ik niet meer op mijn tenen loop maar ergens op de puntjes van mijn nagels en dan komt het onvermijdelijke: ik stort in. Ik wist dat het zou komen maar ik hoopte dat het mee zou vallen.
Een paar maanden later blijkt dat het me niet alleen teveel was maar ik er ook daadwerkelijk een ziekte bij hebt. Nu werkte ik al jaren niet meer fulltime, behalve met de kindjes. ik kon het door andere lichamelijke klachten al niet. De ziekte die erbij is gekomen, heet Menieré. Het klinkt bijzonder en als je vertelt dat het allemaal te maken heeft met je evenwicht denken mensen die het horen ach dat valt wel mee. Maar niets is minder waar. Menieré haalt op alle fronten je leven overhoop. Het allerergste vind ik nog dat ik ermee moet leren leven, want eens Menieré, altijd Menieré, schijnt. Zoals veel anderen kan ik slecht tegen de medicatie die ze voorschrijven en is er voor nu even nog geen oplossing.
24 december: al een paar dagen loop ik op een bed van sterretjes lijkt wel. Van de bijstand die ik ondertussen krijg, krijgt ieder gezin hier negentig euro en met de voedselbank en hun kerstpakket en ook nog eens een kerstpakket van de Jumbo kan ik het mijzelf het eindelijk eens permitteren om voor de kinderen wat kerstcadeautjes te kopen. Ze verdienen het zo, zo vaak heb ik nee moeten zeggen en zo vaak was er wel een traan maar ook altijd begrip.
Ook hadden we een mailtje gekregen dat er ergens in de week een pakketje gebracht zou worden vanuit LINDA.Foundation. Spannend, hoe kan dit nu? bedenk ik me. Ik besluit om een middag met ze naar de stad Groningen te gaan. Als we aan het eind van de middag thuiskomen, ligt er een brief van Post NL. Ik had thuis moeten blijven, denk ik, nu was er post en was ik er niet. Toch was ik gelijk zo dankbaar voor de fijne middag sinds tijden, met de kinderen in Groningen. En met cadeautjes onder de boom en door alle kerstpakketjes, niet alleen van de voedselbank en van de Jumbo, maar ook nog eens van een paar lieve vrienden die ons een warm hart toedragen, volle keukenkastjes. Hierdoor kon ik ook iets doen wat ik zelf zo graag doe: een ander helpen. Want met volle keukenkastjes en glimlachjes op de snoeten van je kinderen, wat het allerbelangrijkste is, kun je best wat missen, vind ik zelf.
Op 27 december: ringgggggggkggggggg -ja onze deurbel heeft vreemde geluiden-, staat de man van de post voor de deur met een klein pakketje en ik moet tekenen. Als de man weggaat, gaan de kinderen en ik aan de tafel zitten, openen het pakketje en dan kan ik eigenlijk niets anders meer doen dan huilen. Veel hadden we verwacht, van een gratis treinkaartje tot aan een kilo kaas, maar nooit, nóóit hadden we verwacht dat LINDA.Foundation ons dít cadeau zou doen. Ik voel me rijk, niet rijk in geld, maar rijk in liefde en warmte. Het mooie zwarte kleine doosje gaat als een diamant voorzichtig de kast in.
Pas na een aantal dagen drong het pas goed door dat wat er in dat doosje zat, voor óns was. Ik hoefde het niet uit te geven aan schulden, ik hoefde er geen rekeningen mee te betalen. Ik mag wat we kregen, omarmen. Nog steeds staat het zwarte doosje in de kast en nog steeds ben ik er heel zuinig op. Ergens in je achterhoofd ben je nog altijd bang dat als je het opmaakt, je met wat anders weer een tegenslag krijgt. Dus heel voorzichtig, op de C&A-bon na, gaan we uiterst zuinig om met de bonnen.
De C&A-bonnen hebben we gebruikt tijdens de januari-opruiming, wat heerlijk om met tassen vol nieuwe kleding, échte nieuwe kleding, de winkel uit te kunnen. Met de rest zijn we zuinig. Doordat ik een zieke, nu niet-werkende moeder in de bijstand ben, is het financieel weer iets moeilijker geworden. Toch zijn we zo dankbaar. En ook dankbaar met zovéél.
Dit stuk schreef ik niet om medelijden te krijgen, ik schreef dit omdat ik de LINDA.Foundation en haar donateurs vanuit de grond van mijn hart wil bedanken. Jullie maken het mogelijk om soms wat extra’s te kunnen doen voor de kinderen, zoals een cadeautje voor hun verjaardag, kleurpotloden om te kleuren of om een lekkere cake met ze te kunnen bakken. Gewoon, omdat een bon dat mogelijk maakt. Jullie maken het ook mogelijk om van het voorjaar nieuw zaad te kunnen kopen voor verse groenten en kruiden uit de tuin, want niets is zo lekker als verse onbespoten dingen.
Maar ook schrijf ik dit om aan alle anderen mensen die het moeilijk hebben te laten weten dat er altijd lichtjes zijn die schijnen. Soms zien we ze niet, maar ze zijn er altijd.
Ook heb ik dit geschreven, omdat het niet uitmaakt op welk niveau je studeerde, welke mooie baan je had en welk groot huis, welke caravan er voor de deur staat en wat er vanavond op je bord ligt of wat er op je bankrekening staat. Iedereen, écht iedereen kan bovenstaande overkomen. Van je veilige haven kan morgen niets over zijn.
Wees dankbaar voor wat je hebt, ook al is het niet altijd wat je wilt of waar je op hoopte. Het is er.
Ik ben dankbaar dat ik mijn kinderen ondanks alles een warm huis kan bieden. Ze gaan naar school en soms komt er een vriend of vriendinnetje spelen. Ze zijn mooie jonge mensen die straks ondanks alles wat we meegemaakt hebben en meemaken, een toekomst tegemoet gaan. Ieder op hun eigen unieke manier.
Ik ben dankbaar dat jullie het mede mogelijk maken mij even een klein beetje ademruimte te geven die ik al tijden niet had. Dankbaar voor de glimlachjes op de snoeten van mijn kinderen als er cake gebakken wordt en m’n keuken een wanorde is.
Dank jullie wel dat jullie lichtpuntjes willen zijn.
Liefs ,
een mama